Hout en brandveiligheid

 

Hout wordt vaak geassocieerd met brandgevaar, hoe zit dat?

Inleiding

Al sinds mensenheugenis wordt er gebouwd met hout, omdat dit én direct verkrijgbaar én een handig constructiemiddel was.
Toen de mensen dichter op elkaar gingen wonen, brachten deze houten bouwconstructies ook steeds meer risico’s met zich mee.
Naast de natuurlijke angst voor vuur, kent iedereen de verschrikkelijke voorbeelden van hele steden die in de middeleeuwen en later in de as werden gelegd. Het gevolg van brand in combinatie met dicht opeengepakte houten huizen.

Dit alles heeft hout een slechte naam bezorgd op het gebied van brandveiligheid, maar is dat terecht?

Hout minder brandgevaarlijk

Hout is helemaal niet zo brandbaar als vaak wordt gedacht. Hout in bouwconstructies is niet met een simpel lucifertje aan te steken. Zoals ook in de open haard is voor het starten van een vuur altijd een ander middel nodig: droog gras, riet, textiel, kranten etc., en heel belangrijk: voldoende zuurstof.
Als een woning eenmaal brand heeft hout zelfs een vertragende werking op de uitbreiding van een brand. Dit komt door het geringe warmtegeleidende vermogen van hout. Door die slechte warmtegeleiding wordt hout immers ook vaak gebruikt als isolatiemateriaal.
Een ander belangrijk aspect is dat bij een brand de oppervlakte van het hout verkoolt, waardoor er in feite een beschermingslaag wordt opgebouwd. Hierdoor blijft de interne structuur relatief lang in stand en wordt de brand vertraagd. Hoe dikker de balk, hoe langer de constructie in stand blijft.

Verschil in brandsnelheid

Er zijn grote verschillen tussen de verschillende houtsoorten, zoals iedereen die een houtkachel of open haard heeft gestookt wel weet. Over het algemeen branden houtsoorten die geschikt zijn voor duurzame constructies, zoals eiken en robinia langzamer dan lichte constructiesoorten als populier, beuk en berk.
Van naaldhoutsoorten, die ook veel in constructies worden verwerkt is de brandsnelheid echter wel groot, mede door het aandeel hars in het hout.

Hout in bouwconstructies

In de huidige bouw bestaan er tal van wettelijke regelingen waar constructies aan moeten voldoen: stevigheid, levensduur, afmetingen, maar ook de brandveiligheid.
In de Bouwrichtlijnen is voor elke constructie precies vastgelegd hoe lang de constructie in stand moet blijven in geval van brand.
Belangrijk voor de brandveiligheid is de combinatie van materialen, de dikte, de plaats in de constructie en de openheid. U kunt er vanuit gaan dat deze richtlijnen zijn opgevolgd bij de bouw. Het wonen in een houten huis is daarom zeker niet risicovoller dan in een ander soort huis, wellicht zelf veiliger.

Vergelijking met andere materialen

Hout heeft door de genoemde eigenschappen juist vaak voordelen ten opzichte van staal of betonconstructies. Of ten opzichte van toepassingen met aluminium of kunststof. Deze materialen zullen immers relatief snel hun stevigheid gaan verliezen. Bij dragende constructies levert dit grote gevaren op, omdat deze door verhitting in een keer in elkaar kunnen klappen. Terwijl dit bij hout geleidelijker gaat.
Bijkomend voordeel ten opzichte van andere materialen is dat hout weinig gaat uitzetten of krom trekken door brand. Hierdoor blijven vluchtwegen vaak langer bruikbaar.

Praktijktoepassing

Bedrijven in de kozijnsector hebben inmiddels de voordelen van hout in het kader van de brandveiligheid ontdekt.
Bij een test in 2000 bij een hotel in Noorwegen bleef een raam met een houten kozijn na 20 minuten nog steeds in goede staat, dit in tegenstelling tot een aluminium kozijn dat geheel gesmolten was. Vergelijkbare verschillen zullen optreden bij een test met een kunststof kozijn.

Tenslotte

Bij een juiste toepassing is hout dus, in tegenstelling tot de algemene gedachte, een relatief brandveilig product.

  •          
      stammen  zaaghout